Apotheek Oudewater

Oude singel 11-21 3421ED Oudewater Tel:0348 56 13 82

Medische Encyclopedie

Inhoud

benazepril

Benazepril behoort tot de ACE-remmers. Het verlaagt de bloeddruk en verbetert de pompkracht van het hart.

Artsen schrijven het voor bij hoge bloeddruk, hartfalen en nierziekten.

Wat doet benazepril en waarbij gebruik ik het?

Hoge bloeddruk

Verschijnselen
Mensen met een hoge bloeddruk voelen hier in het algemeen niets van. Hoge bloeddruk is ook geen ziekte, maar geeft meer kans op hart- en vaatziekten.

Als de bloeddruk is verhoogd, stroomt het bloed te krachtig door de vaten. Dit is schadelijk voor de bloedvaten.

Beschadigde bloedvaten verhogen de kans op een beroerte (herseninfarct of hersenbloeding) en ernstige hartziekten, zoals hartkramp en hartfalen.

Werking
ACE is de afkorting van een enzym dat een rol speelt bij de spanning van de spiertjes rond de bloedvaten. Door het ACE te remmen vermindert de spanning in deze spiertjes. Hierdoor worden de bloedvaten ontspannen en wijder. Het bloed kan daardoor beter doorstromen en de bloeddruk gaat omlaag.

Door ACE-remmers scheiden de nieren ook meer zout (natrium) uit met de urine. Dit helpt ook de bloeddruk omlaag te brengen. Door de lagere bloeddruk is er minder kans op een hart- en vaatziekte, zoals een beroerte.

Behandeling
Bij de behandeling van een hoge bloeddruk kunnen artsen verschillende medicijnen voorschrijven. Vaak beginnen ze met een plastablet en/of een bètablokker. Als deze onvoldoende helpen of als deze niet kunnen worden gebruikt, kan de arts een ACE-remmer voorschrijven. Soms schrijft de arts direct een ACE-remmer voor, bijvoorbeeld als ook hartfalen of een nierziekte bestaat.

Effect
Na 3 tot 6 weken is het volledige effect op de bloeddruk bereikt. Zelf merkt u hier niet veel van. U weet pas of het werkt bij een meting van uw bloeddruk. Toch is het belangrijk benazepril elke dag in te nemen. Alleen dan kan dit medicijn u optimaal beschermen tegen hart- en vaatziekten.

Lees meer over hoge bloeddruk . “

Hartfalen

Verschijnselen
Bij hartfalen (hartzwakte) is de pompkracht van het hart verzwakt. Het bloed wordt niet meer goed rondgepompt. U bent daardoor sneller moe en u kunt last krijgen van vocht in de benen of achter de longen. U bent dan ook sneller benauwd.

Oorzaak
Hartfalen kan ontstaan door een langdurig bestaande hoge bloeddruk, slecht werkende hartkleppen, vernauwing in de bloedvaten die het hart van bloed voorzien (kransslagaders), stoornissen in het hartritme of een hartinfarct.

Behandeling
Behalve het wegnemen van de oorzaak, zoals het behandelen van de hoge bloeddruk of het vervangen van een slechte hartklep, spelen geneesmiddelen een belangrijke rol bij hartfalen. De belangrijkste medicijnen zijn plastabletten en ACE-remmers of angiotensine-II-blokkers. Vaak schrijft de arts een combinatie van deze medicijnen voor, zoals een plastablet en een ACE-remmer.

Werking
ACE-remmers verlagen de bloeddruk en verbeteren de conditie van de hartspier. Hierdoor verbetert de pompkracht van het hart en verminderen uw klachten. Mensen met hartfalen, die met dit medicijn de pompkracht van hun hart hebben verbeterd, hebben minder kans om aan een hartziekte te overlijden.

Effect
Binnen 2 weken is het volledige effect van dit medicijn bereikt. U merkt dan dat u minder last heeft van dikke enkels, benauwdheid en moeheid.

Lees meer over hartfalen . “

Nierziekten

Dit medicijn wordt toegepast bij nierziekten, zoals die onder andere bij diabetes kunnen voorkomen (diabetische nefropathie).

Oorzaak
De nieren filtreren afvalstoffen uit het bloed, zodat deze via de urine het lichaam kunnen verlaten. De nieren bevatten daartoe een filtersysteem. Alleen de afvalstoffen en water kunnen het filter passeren.

Als de nieren zijn beschadigd, zoals bij diabetes, werkt het filter in de nieren niet goed. Hierdoor kunnen ook waardevolle bouwstoffen, zoals eiwitten, de filters passeren en in de urine terecht komen. Deze eiwitten in de urine verstoren de werking van de filters nog meer.

Verschijnselen
Meestal merkt u een nierziekte, zoals diabetische nefropathie, niet op. Pas als uw urine wordt getest op eiwitten, kunt u zien of uw nieren nog voldoende werken. Heeft u al langere tijd veel eiwit via de urine verloren, dan is dat soms te merken aan oedeem.

Oedeem is vochtophoping op plaatsen waar het normaal niet of nauwelijks aanwezig is, bijvoorbeeld in de enkels en voeten. Ook kan de urine er donkerder uitzien of schuimen. Uiteindelijk kunt u last krijgen van spierkrampen, ernstige vermoeidheid, jeuk en een droge huid.

Werking
Dit medicijn voorkomt dat het filtersysteem in de nieren verder beschadigt. Hierdoor vermindert het eiwitverlies via de urine. Ook voorkomt dit medicijn dat nierziekte ontstaat bij mensen met diabetes.

Effect
Het effect is meestal na 2 weken te meten in de urine. Het kan enkele weken duren voordat u merkt dat uw klachten zoals moeheid, zijn afgenomen. Het is belangrijk dit medicijn elke dag in te nemen. Alleen dan kan het uw nieren zo goed mogelijk beschermen.

Lees meer over nierziekten . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Kriebelhoest

    De hoest kan heel hardnekkig zijn en niet verminderen als u de gebruikelijke middelen tegen kriebelhoest gebruikt. Als bij u deze bijwerking niet over gaat, ga dan naar uw arts. Mogelijk kan uw arts een ander medicijn voorschrijven dat deze bijwerking niet heeft.

  • Duizeligheid, vooral bij opstaan uit bed of uit een stoel

    Dit gaat in het algemeen over als uw lichaam zich heeft ingesteld op de lagere bloeddruk, binnen enkele dagen tot weken. Als u zich duizelig voelt, sta dan niet te snel op uit bed of van een stoel. U kunt het best even liggen en de benen wat hoger leggen, bijvoorbeeld op een kussen. Neem dit middel de eerste paar keer 's avonds in op de rand van uw bed, zodat u bij duizeligheid kunt gaan liggen. Raadpleeg uw arts als u na enkele weken nog steeds last heeft van duizeligheid.

  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, buikpijn of diarree. Zeer zelden verstopping.

    Meestal helpt het als u dit medicijn met wat voedsel inneemt. Blijft u er ook na enige dagen last van houden? Neem dan contact op met uw arts.

    Diarree, overgeven of koorts kan voor uitdroging zorgen. Dit leidt vooral bij ouderen boven de 70 jaar en bij mensen met hartfalen of minder goed werkende nieren tot erge bijwerkingen. Daarom kan de arts bij deze groep mensen de dosering tijdelijk aanpassen. Valt u onder deze groep? En heeft u meerdere keren per dag last van overgeven of diarree, of heeft u langer dan 2 dagen koorts? Neem dan contact op met uw arts.

  • Hoofdpijn, vermoeidheid, zeer zelden oorsuizen

    Raadpleeg uw arts als u hier veel last van heeft.

  • Huiduitslag, blozen en overgevoeligheid voor zonlicht en jeuk. Raadpleeg dan uw arts. Als u de huidziekte psoriasis heeft: de klachten kunnen verergeren. Als u dit merkt, neem dan contact op met uw arts.

  • Vaker of meer moeten plassen

  • Kortademigheid

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Ernstige huidaandoening met blaren op de huid of een vurige rode huid

    Waarschuw dan een arts.

  • Smaakveranderingen

  • Slaperigheid of juist slapeloosheid, en nervositeit

  • Spierpijn en gewrichtspijn

  • Een verminderde nierwerking na gebruik gedurende meerdere maanden

    Meestal merkt u dit niet zelf, maar via bloedonderzoek kan dit worden opgemerkt. Uw arts zal de nierfunctie regelmatig controleren.

  • Teveel aan kalium, een bepaalde stof in het bloed. U merkt dit meestal zelf niet op. Een enkele keer kunt u hierdoor last krijgen van lusteloosheid en hartritmestoornissen. Een te hoog kaliumgehalte kan met name ontstaan als uw nieren minder goed werken of als u hartfalen heeft. Uw arts zal het kaliumgehalte regelmatig controleren.

  • Ontsteking van de alvleesklier of van de lever en bloedafwijkingen. Bij plotselinge hevige pijn in bovenbuik, geelzucht, onverklaarbare blauwe plekken, extreme vermoeidheid of keelpijn met koorts en blaren in de keel, moet u direct een arts waarschuwen.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit kan zich uiten in 'angio-oedeem': een zwelling van het gezicht, lippen, mond, tong of keel. U kunt hierbij erg benauwd worden. Als dit ontstaat, moet u onmiddellijk een arts opzoeken of naar de Eerste-Hulpdienst gaan.

    U mag dit soort middelen in de toekomst dan niet meer gebruiken. Geef daarom aan de apotheek door dat u overgevoelig bent voor benazepril. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit middel of een andere ACE-remmer niet opnieuw krijgt.

  • Als u diabetes mellitus heeft: u kunt eerder een te laag bloedglucosegehalte (hypo) krijgen door dit medicijn. Controleer daarom vaker uw bloedglucosegehalte.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik benazepril gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje 'samenstelling'.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Plastabletten. Deze wisselwerking is alleen van belang als u al wel een plastablet gebruikt en daar nu een ACE-remmer bij krijgt. De eerste paar dagen dat u deze combinatie gebruikt kunt u last krijgen van erge duizeligheid, doordat de bloeddruk sterk daalt. Meestal raadt de arts daarom aan om de plastabletten enkele dagen niet in te nemen. Na twee of drie dagen begint u dan met de ACE-remmer. U heeft zo minder last van duizeligheid. Als u de ACE-remmer vervolgens twee of drie dagen gebruikt kunt u zonder problemen de plastablet weer innemen. Ook kan uw arts u aanraden om de plastablet wel te blijven gebruiken . De arts zal dan aangeven om de eerste dagen met een lage dosis benazepril te beginnen en die na een paar dagen te verhogen.
  • Andere bloeddrukverlagende medicijnen. De bloeddruk kan te laag worden als u benazepril samen met andere bloeddrukverlagers gaat gebruiken. Uw arts houdt hier rekening mee en zal in het begin een lagere dosering voorschrijven. Al naar gelang het effect zal de arts de dosis geleidelijk verhogen.
  • Kaliumzout en de kaliumsparende plasmiddelen, spironolacton en triamtereen. Door combinatie van de ACE-remmer met deze middelen kan de hoeveelheid kalium in het bloed te hoog worden. U merkt dit aan lusteloosheid en hartritmestoornissen. U kunt de combinatie veilig gebruiken, als bij u regelmatig de hoeveelheid kalium in het bloed wordt gemeten. Kalium zit ook in 'zeezout' of 'dieetzout'. Het eten van veel van deze zouten kan ook de hoeveelheid kalium in het bloed verhogen.
  • De antibiotica co-trimoxazol (trimethoprim/sulfamethoxazol) en trimethoprim. De combinatie kan de hoeveelheid kalium in het bloed te hoog maken. U merkt dit aan een onregelmatige hartslag, gevoelloosheid of vreemd gevoel in de armen of benen, lusteloosheid, verwardheid en zwakte. Raadpleeg bij een of meer van deze verschijnselen uw arts. U kunt de combinatie veilig gebruiken als bij u regelmatig de hoeveelheid kalium in het bloed wordt gemeten.
  • Lithium, een middel tegen manische depressiviteit. Benazepril kan de bijwerkingen van lithium versterken, zoals maagdarmklachten, trillen, spierzwakte, spiertrekkingen, duizeligheid, slaperigheid, sufheid, verwardheid, verminderde concentratie, moeite met lopen en spreken en epileptische aanvallen. Waarschuw meteen uw arts als u last krijgt van één van deze bijwerkingen. Uw arts moet het lithiumgehalte in het bloed regelmatig laten meten en de dosering eventueel aanpassen.
  • Pijnstillers van het NSAID-type, zoals ibuprofen, naproxen en diclofenac. Deze pijnstillers kunnen de werking van benazepril bij hoge bloeddruk en hartfalen verminderen. Gebruik u een pijnstiller van het NSAID-type langer dan twee weken? Dan zal uw bloeddruk extra gecontroleerd moeten worden. Bij hartfalen: als u meer klachten krijgt van moeheid, benauwdheid of dikke enkels, neem dan ook contact op met uw arts.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
De eerste dagen dat u benazepril gebruikt, kunt u duizelig zijn. Dit komt doordat uw lichaam zich nog moet instellen op de lagere bloeddruk. Na enkele dagen is dat meestal weer over en is autorijden geen probleem. Indien u duizelig blijft, neem dan geen deel aan het verkeer.

alcohol drinken?
Alcohol verwijdt de bloedvaten, net als benazepril. U kunt daardoor last krijgen van duizeligheid. Probeer het drinken van alcohol eerst met mate. U kunt dan zelf inschatten of u hier veel last van krijgt. In het algemeen is enkele keren per week een glas wijn geen probleem.

alles eten?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Gebruik dit medicijn NIET tijdens de laatste 6 maanden van de zwangerschap (tweede en derde trimester). Dit medicijn is slecht voor de baby. Het kan aangeboren afwijkingen bij de baby veroorzaken. Over het gebruik van dit medicijn tijdens de eerste 3 maanden van de zwangerschap (eerste trimester) is nog te weinig bekend. Ook dan kunt u dit medicijn beter NIET gebruiken.
Bent u zwanger of wilt u zwanger worden? Overleg dan met uw arts of apotheker. Uw arts zal proberen u over te zetten op een ander medicijn. Een medicijn waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken.

Borstvoeding
U kunt dit medicijn veilig gebruiken als u borstvoeding geeft. Dit medicijn komt in kleine hoeveelheden in de moedermelk. Dit is niet schadelijk voor de baby.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering op het etiket van de apotheek.

Wanneer?
U mag dit medicijn innemen op elk moment van de dag. Kies wel een vast tijdstip.

  • Als u het één keer per dag gebruikt: bij voorkeur 's ochtends voor het ontbijt. Dan vergeet u minder snel een dosis. Als u in het begin veel last heeft van duizeligheid, kunt u het ook 's avonds voor het naar bed gaan innemen.
  • Als u het twee keer per dag gebruikt: 's ochtends en 's avonds.

Hoe lang?

  • Hoge bloeddruk. Een behandeling voor hoge bloeddruk is meestal langdurig. Als dit medicijn goed bij u werkt, moet u dit medicijn waarschijnlijk uw leven lang gebruiken.
  • Hartfalen en nierziekten. Waarschijnlijk moet u dit medicijn langdurig gebruiken. Overleg dit met uw arts.
Terug naar overzicht